Wanneer Is Wijn Uitgevonden?

Wanneer Is Wijn Uitgevonden

De geschiedenis van de wijnbouw gaat duizenden jaren terug. Het is een bijzonder rijke geschiedenis. Immers, wijn is van het prille begin af aan nauw verbonden geweest met cultuur in de breedste zin des woords. Met eten en drinken, met religie, met kunst, maar ook met de vormgeving van het landschap.

Kortom: wijn is een cultuurhistorisch fenomeen bij uitstek. Na een langzame ontwikkeling gedurende vele eeuwen zal de 19e eeuw plotseling een grote sprong voorwaarts te zien geven op het vlak van kwaliteit.

De parallel met de ontwikkeling van de techniek in diezelfde eeuw is verbluffend. Meer nog dan de 19e is het de tweede helft van de 20e eeuw geweest waarin de wijnbouw wereldwijd een even ingrijpende als adembenemende verandering heeft ondergaan. Als gevolg daarvan zijn er nooit eerder zo veel goede wijnen geproduceerd als juist nu! De geschiedenis van wijn in zevenmijlslaarzen.

Hoe het begon Wijnbouw is naar alle waarschijnlijkheid ontstaan in het Nabije Oosten, in Mesopotamië of in de Kaukasus. In die laatste regio claimt Georgië het oudste wijnland ter wereld te zijn met een wijnbouwtraditie die 7000 jaar teruggaat! De geschiedenis van wijn is begonnen op het moment waarop men ontdekte dat men de vruchten van een wilde kruipplant tot een roesverwekkende drank kon laten vergisten.

Door die wilde plant te veredelen en te geleiden werden de resultaten steeds beter. De wijnbouw begon zich al spoedig te verspreiden over Klein Azië en Griekenland, en, door toedoen van Phoeniciërs en Grieken, langs de kusten van Zwarte en de Middellandse Zee.

In de Bijbel wordt wijn op talloze plaatsen vermeld. Bijna altijd gebeurt dat in positieve zin, met als beruchte uitzondering de dronkenschap van Noach. Wellicht de meest tot de verbeelding sprekende vermelding is die in Johannes 2, gewijd aan Jezus’ eerste wonder.

Hij veranderde op de bruiloft te Kana immers water in wijn. En niet zomaar wijn! Romeinse beschavingsdrang Voor de verspreiding van de wijncultuur in het grootste deel van Europa zijn de Romeinen verantwoordelijk geweest. Als bezetters weliswaar, maar toch.

  1. Vrijwel alle klassieke Europese wijngebieden hebben hun ontstaan aan hen te danken, van Bordeaux tot Roemenië en van Catalonië tot de Moezel;
  2. Zij waren ook de eersten die bepaalde wijnen met naam en toenaam vermeldden, met als beroemdste de Falerner;

Het ging overigens wel vaak om wijnen die met allerhande middelen ‘op smaak’ gebracht werden. De kennis van de wijnmakers stond in deze tijd namelijk op een laag peil, althans naar de maatstaven van vandaag. Hoe men een wijn op een natuurlijke manier kon conserveren wist men niet.

Toevoeging van honing, kruiden (à la glühwein) of hars (zoals nog altijd in retsina!) bood echter uitkomst. Met dank aan de monniken Na de ondergang van het Romeinse rijk volgde een periode van grote turbulentie, met invallen van Hunnen en volksverhuizingen.

De wijnbouw heeft deze ‘duistere’ periode enkel kunnen overleven dankzij de inspanningen van kloosters. In de christelijke eredienst kon men niet zonder wijn, dus er rustte op de monniken een bijna heilige plicht om de kennis van het wijnmaken te bewaren.

Ze hebben dat tot eind 18e eeuw gedaan! Vanaf de 9e eeuw, toen de wijnliefhebbende keizer Karel de Grote (Charlemagne) het in een groot deel van West Europa voor het zeggen had, kwam de expansie van de wijnbouw goed op gang.

Hij stimuleerde de bouw van nieuwe kloosters en daarmee de verbreiding van de wijnbouw in delen van het huidige Duitsland en Frankrijk. In de Bourgogne bijvoorbeeld, waar een van de beroemdste witte wijngaarden nu zijn naam draagt, Corton-Charlemagne. Weer wat later droeg de opkomst van de steden en de burgerij bij tot een verdere bloei van wijnbouw en wijnhandel.

Mede dankzij een tijdelijke opwarming van het klimaat in Europa bereikte de aanplant van druivenstokken rond 1500 zelfs een recordomvang. Ter illustratie: in Duitsland was in die tijd drie keer zo veel wijngaard aangeplant als nu! Schepen en flessen Rond 1600 deed zich een interessant verschijnsel voor.

Hollanders en Engelsen gingen zich toen op grote schaal bezighouden met de internationale wijnhandel. En ze gingen in hoge mate bepalen wat voor wijn een streek diende te produceren. Zie de Beneden Loire en Muscadet, zie Cognac, Bergerac, Bordeaux, Port en Jerez.

Marktgericht denken in de wijnbouw is van alle tijden. Tot in de 18e eeuw werd alle wijn getransporteerd en bewaard in vaten. De bewaarmogelijkheden waren daardoor uiterst beperkt. Het gebruik van goed afsluitbare flessen zou daar echter verandering in brengen.

Het zal geen verbazing wekken dat die flessen vooral gebruikt werden voor topwijnen. Daartoe behoorden onder meer de wijnen van de huidige Premiers Crus in Bordeaux, met voorop Château Haut-Brion. Flessen werden in die tijd met de mond geblazen. Met één keer uitblazen kon een glasblazer een fles vormen met een inhoud van ongeveer 75 centiliter.

Later zou dit de standaardmaat worden. Ondertussen had men in Midden Europa en in Duitsland ontdekt dat een late oogst in combinatie met edele rotting (botrytis) fantastische zoete wijnen kan opleveren. En in de Champagne ontwikkelde men een procédé om wijn met bruisende belletjes te maken? Tegenslag en vooruitgang De 19e eeuw was voor de wijnbouw de eeuw van de van grote hoogte- en dieptepunten.

Het was de eeuw van de drie grote plagen, oïdium, meeldauw en druifluis, alle afkomstig uit Amerika. Vooral de gevolgen van de druifluis, phylloxera vastatrix, in het laatste kwart van de eeuw, waren zeer ingrijpend. Deze luis tast de wortels zo zeer aan dat de planten sterven.

  1. In heel Europa dreigden wijngaarden voorgoed te verdwijnen bij gebrek aan effectieve bestrijdingsmiddelen;
  2. De enige remedie bleek – en is nog steeds – het enten van Europese druivenplanten op resistente Amerikaanse (!) onderstokken;

Als gevolg van de phylloxera veranderde de Europese wijnbouw ingrijpend. Hele gebieden verdwenen, andere werden met nieuwe druivensoorten heraangeplant. Soms met betere, soms met productievere? Ook worden nieuwe gebieden ontwikkeld om de schade te compenseren.

Zie bijvoorbeeld de Languedoc en Algerije. En zie Rioja, waar wijnmakers uit Bordeaux hun toevlucht zochten. De 19e eeuw is ook de eeuw van de techniek en industrialisering. De groei van de steden en de aanleg van spoorwegen veroorzaakten nieuwe behoeften en mogelijkheden.

Wijngebieden die eerder slechts voor eigen behoefte hadden geproduceerd, veranderden door de ontsluiting plotseling in regio’s met nationale betekenis. De Languedoc is in dit opzicht al weer een schoolvoorbeeld. In de 19e eeuw is ook de grondslag gelegd voor de moderne oenologie, de wetenschap van de wijnbereiding.

Dat gebeurde door de Franse geleerde Louis Pasteur. Van de vele ontdekkingen die hij deed is die van het hoe en waarom van de alcoholische gisting wellicht de belangrijkste. Herkomst doet er toe Eind 19e begin 20e eeuw groeide het besef dat namen van herkomstgebieden beschermd moesten worden tegen misbruik.

In Frankrijk resulteerde dat in 1935 in de creatie van appellations d’origine contrôlées. Weliswaar waren eeuwen eerder al individuele gebieden als Chianti en de Douro (de portstreek) door regelgeving afgebakend en beschermd, op nationaal vlak had Frankrijk de primeur.

Andere landen zouden dit voorbeeld volgen. Het belang van individuele eigenschappen van een wijn is in de loop van de 20e eeuw alleen nog maar groter geworden. Behalve het herkomstgebied werd ook de naam van de producent een indicatie voor de kwaliteit.

Na de Tweede Wereldoorlog ging de individuele, zelf bottelende producent geleidelijk aan de plaats innemen van de handelshuizen die in de regel verschillende basiswijnen, afkomstig van diverse producenten, mengden tot één standaardwijn. Dit betekende automatisch een grotere diversiteit in het aanbod.

De 20e eeuw is, meer nog dan de 19e, de eeuw van de techniek geweest. Zowel in de wijngaard als in de kelder. Trefwoorden: rationalisatie, mechanisatie, controle van het totale productieproces. Zo lang techniek geen doel op zich is, maar dient als ondersteuning van wat de natuur te bieden heeft – het terroir (bodem, klimaat, ligging) – en van de intuïtieve creativiteit van de wijnmaker, dan is dat een goede zaak.

Dankzij beter wijngaardbeheer zijn de opbrengsten fors gestegen. In de kelder hebben het gebruik van roestvrij staal en temperatuurcontrole gezorgd voor een gemiddeld veel hoger kwaliteitsniveau. De Nieuwe Wereld heeft in dit opzicht de Oude de weg gewezen.

Opkomst van de Nieuwe Wereld De Nieuwe Wereld is de verzamelnaam voor al die wijnlanden die buiten Europa en het Middellandse Zeegebied liggen. Nieuw is in dit geval nogal betrekkelijk, want tal van landen kennen een wijngeschiedenis die een paar eeuwen oud is.

De introductie van de wijnbouw gebeurde door de Spanjaarden in hun kolonies in Zuid- en Midden-Amerika, door de Nederlanders in Zuid-Afrika, en door de Engelsen in Noord-Amerika en Australië. Maar, ere wie ere toekomt, Fransen, Italianen en Duitsers waren meestal de echte pioniers op het gebied van het daadwerkelijke wijnmaken.

In de tweede helft van de 19e eeuw ontstond er in landen als Australië, Chili en Californië een wijnindustrie met een serieuze omvang. De productie was meestal alleen voor de lokale behoefte en de warmte in sommige landen van invloed op de stijl van de wijnen.

Die waren vaak alcoholisch en zoet. Net als in Europa kende men ook de nodige ups en downs, met als beruchtste voorbeeld de Drooglegging in Amerika. De internationale doorbraak is van recente datum. De opkomst van de Nieuwe Wereld begon pas eind jaren ’70 begin jaren ’80.

Daarna is het stormachtig gegaan, en wel met fruitige, soepele wijnen. Door toepassing van technische middelen kon men namelijk wijnen gaan produceren die voldeden aan de internationale smaak. Marktgericht, niet gehinderd door tradities en regels.

Herkomstbenamingen zijn enkel geografisch bepaald, zonder verdere voorschriften met betrekking tot de manier van wijnmaken. Men kan dus naar hartelust experimenteren. In de regel brengen producenten in de Nieuwe Wereld voor de consument makkelijk herkenbare ‘varietalwijnen’, d.

  • gemaakt van één bepaalde druivensoort;
  • In Europa heeft dit concept inmiddels ook op brede schaal ingang gevonden;
  • Omgekeerd is de meest recente trend buiten Europa er een waarbij de herkomst van de wijn steeds belangrijker wordt;

Of: hoe terroir en techniek elkaar prima aanvullen. Klimaatverandering Zowel in Europa als daarbuiten lijkt de wijnbouw momenteel te maken te krijgen met klimaatverandering, lees: hogere temperaturen. In hoeverre dit een tijdelijk verschijnsel is of een permanent, is nog de vraag.

Hoe is wijn ontdekt?

Als je een geschiedenisboek opent, kom je geheid afbeeldingen tegen van mensen met wijn. Denk aan de bijbel: verhalen waar volop wijn wordt gedronken, maar ver daarvoor ook al; in de Romeinse tijd. Zolang we het ons kunnen herinneren, bestaat deze alcoholische drank en de populariteit blijft maar stijgen.

  • Echter, hoe is wijn ontstaan? Er is geen exact bewijs, maar naar aanleiding van wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat de eerste wijnstokken rond 7000 voor christus zijn ontdekt in Kaukasus;
  • De verhalen doen dat er een herder was die op een berg, genaamd Ararat, de eerste wilde druif plukte;

Er werd ontdekt dat als je de druiven perste in een ton en even liet staan, de sappen gingen gisten. En voilà, wijn is ontstaan! Kort na deze grote ontdekking werd in de regio de eerste wijngaard geplant. Helaas is veel informatie wat betreft de oorsprong van wijn verloren gegaan, maar één ding is zeker: wijn heeft een rijke geschiedenis die duizenden jaren teruggaat in de tijd.

Hoe oud is rode wijn?

Hoe lang is wijn houdbaar? – Dit is eigenlijk de meest belangrijke vraag en de antwoorden verschillen. Het verschil van de houdbaarheid van een fles wijn zit hem namelijk in verschillende factoren. Denk aan of het gaat om een geopende fles of een ongeopende fles. Hieronder een lijstje van hoe lang wijn houdbaar is:

  • Een geopende fles wijn 1-3 dagen bewaren
  • Ongeopende fles wijn 0-100 jaar bewaren
  • Frisse, fruitige witte wijn 1 jaar bewaren, tot de nieuwe oogst Lichte rode wijn maximaal 1 jaar bewaren
  • Volle, houtgerijpte witte wijn 2-4 jaar bewaren
  • Krachtige rode wijn 3-6 jaar bewaren
  • Zoete witte wijn 2-10 jaar bewaren

Een wijnkamer kan er voor kiezen om sulfiet toe te voegen aan de wijn. De wijn kan op die manier langer bewaard blijven. Sulfiet beschermt extra tegen bederf en staat altijd vermeld op het etiket. Over het algemeen zijn duurdere wijnen langer houdbaar, maar dit verschilt per wijn.

Hoe smaakte wijn vroeger?

Retsina geeft een idee – Dat betekent dat voor 8. 000 van de 9. 000-jarige geschiedenis van wijn, wijnen additieven bevatten die hun karakter aanzienlijk veranderden. Boomharsen waren het zwaveldioxide van de antieke wereld – en gaven een wijn een zekere antimicrobiële veerkracht door hun terpenoïdegehalte.

Het werd ook gebruikt om klei-amforen af ​​te dichten – de standaard voor het rijpen en vervoeren van wijn voor het grootste deel van de geschiedenis. Hoewel het gebruik van boomhars in wijn bijna is verdwenen, geeft de Griekse Retsina, misschien een beetje een idee van hoe wijn bij de Grieken en Romeinen zo’n 2.

000 jaar geleden smaakte. Retsina is een modern overblijfsel uit de oudheid, en de makers ervan voegen om toch de oude vertrouwde harssmaak in de wijn te hebben, kunstmatig 1 procent hars van de aleppoden, de Turkse den, de sandarak of de mastiekboom aan de wijn toe.

  • De Retsina van vandaag is echter droog en de meeste oude wijnen waren erg zoet;
  • Dat kwam omdat suiker en snoep toen niet zo beschikbaar waren als nu en wijn die lacune invulde;
  • Wijn smaakte niet alleen anders, de manier waarop die werd geconsumeerd verschilde ook enorm;

Van de Grieken en Romeinen was bekend dat ze hun wijn verdunden met water (soms zelfs zeewater). Het drinken van zuivere wijn werd als barbaars beschouwd, en dus werd een deel wijn gemengd met vier of vijf delen water. Hoe vreemd het verdunnen van wijn ook klinkt, het was een praktijk die nauwelijks 200 jaar is uitgestorven.

Hoe is de wijnbouw in Europa terecht gekomen?

De wilde wijnstok genaamd Vitis vinifera is de wingerdsoort (een houtige klimplant uit de wijnstokfamilie) die druiven produceert. Deze wingerd komt oorspronkelijk uit de Kaukasus. In dit gebied komen nog steeds het grootste aantal druivenvarianten voor. De daarmee samenhangende grote genetische variatie is een aanwijzing dat de herkomst van wijn in de Kaukasus gezocht moet worden.

Door deze centrale ligging verspreidde de druif zich snel. In 2017 werd gepubliceerd over 8. 000 jaar oude potscherven uit het Kaukasische land Georgië, waarop de resten van wijn, met name wijnsteenzuur, werden aangetroffen.

In Mesopotamië (Syrië en Irak) zijn bij archeologische opgravingen kruiken van 7000 jaar oud aangetroffen met sporen van wijn. Lees hier meer: ‘Wijnresten in 8. 000 jaar oud vat wijzen op oorsprong van wijn in de Kaukasus’. Wijn werd daar verbouwd in het vruchtbare Tweestromenland (Mesopotamië) van de Tigris en de Eufraat. Mesopotamië.

Welke 5 soorten wijn zijn er?

Welk land wordt het meeste wijn gedronken?

Top 10 landen met meeste aantal liters wijn per hoofd van de bevolking

Land 2011
1. Vaticaanstad 62,20
2. Andorra 50,39
3. Luxemburg 49,11
4. Norfolk (eiland) 46,29

.

Wie heeft de wijn uitgevonden?

De geschiedenis van de wijnbouw gaat duizenden jaren terug. Het is een bijzonder rijke geschiedenis. Immers, wijn is van het prille begin af aan nauw verbonden geweest met cultuur in de breedste zin des woords. Met eten en drinken, met religie, met kunst, maar ook met de vormgeving van het landschap.

Kortom: wijn is een cultuurhistorisch fenomeen bij uitstek. Na een langzame ontwikkeling gedurende vele eeuwen zal de 19e eeuw plotseling een grote sprong voorwaarts te zien geven op het vlak van kwaliteit.

De parallel met de ontwikkeling van de techniek in diezelfde eeuw is verbluffend. Meer nog dan de 19e is het de tweede helft van de 20e eeuw geweest waarin de wijnbouw wereldwijd een even ingrijpende als adembenemende verandering heeft ondergaan. Als gevolg daarvan zijn er nooit eerder zo veel goede wijnen geproduceerd als juist nu! De geschiedenis van wijn in zevenmijlslaarzen.

Hoe het begon Wijnbouw is naar alle waarschijnlijkheid ontstaan in het Nabije Oosten, in Mesopotamië of in de Kaukasus. In die laatste regio claimt Georgië het oudste wijnland ter wereld te zijn met een wijnbouwtraditie die 7000 jaar teruggaat! De geschiedenis van wijn is begonnen op het moment waarop men ontdekte dat men de vruchten van een wilde kruipplant tot een roesverwekkende drank kon laten vergisten.

Door die wilde plant te veredelen en te geleiden werden de resultaten steeds beter. De wijnbouw begon zich al spoedig te verspreiden over Klein Azië en Griekenland, en, door toedoen van Phoeniciërs en Grieken, langs de kusten van Zwarte en de Middellandse Zee.

In de Bijbel wordt wijn op talloze plaatsen vermeld. Bijna altijd gebeurt dat in positieve zin, met als beruchte uitzondering de dronkenschap van Noach. Wellicht de meest tot de verbeelding sprekende vermelding is die in Johannes 2, gewijd aan Jezus’ eerste wonder.

Hij veranderde op de bruiloft te Kana immers water in wijn. En niet zomaar wijn! Romeinse beschavingsdrang Voor de verspreiding van de wijncultuur in het grootste deel van Europa zijn de Romeinen verantwoordelijk geweest. Als bezetters weliswaar, maar toch.

Vrijwel alle klassieke Europese wijngebieden hebben hun ontstaan aan hen te danken, van Bordeaux tot Roemenië en van Catalonië tot de Moezel. Zij waren ook de eersten die bepaalde wijnen met naam en toenaam vermeldden, met als beroemdste de Falerner.

Het ging overigens wel vaak om wijnen die met allerhande middelen ‘op smaak’ gebracht werden. De kennis van de wijnmakers stond in deze tijd namelijk op een laag peil, althans naar de maatstaven van vandaag. Hoe men een wijn op een natuurlijke manier kon conserveren wist men niet.

Toevoeging van honing, kruiden (à la glühwein) of hars (zoals nog altijd in retsina!) bood echter uitkomst. Met dank aan de monniken Na de ondergang van het Romeinse rijk volgde een periode van grote turbulentie, met invallen van Hunnen en volksverhuizingen.

De wijnbouw heeft deze ‘duistere’ periode enkel kunnen overleven dankzij de inspanningen van kloosters. In de christelijke eredienst kon men niet zonder wijn, dus er rustte op de monniken een bijna heilige plicht om de kennis van het wijnmaken te bewaren.

Ze hebben dat tot eind 18e eeuw gedaan! Vanaf de 9e eeuw, toen de wijnliefhebbende keizer Karel de Grote (Charlemagne) het in een groot deel van West Europa voor het zeggen had, kwam de expansie van de wijnbouw goed op gang.

Hij stimuleerde de bouw van nieuwe kloosters en daarmee de verbreiding van de wijnbouw in delen van het huidige Duitsland en Frankrijk. In de Bourgogne bijvoorbeeld, waar een van de beroemdste witte wijngaarden nu zijn naam draagt, Corton-Charlemagne. Weer wat later droeg de opkomst van de steden en de burgerij bij tot een verdere bloei van wijnbouw en wijnhandel.

  1. Mede dankzij een tijdelijke opwarming van het klimaat in Europa bereikte de aanplant van druivenstokken rond 1500 zelfs een recordomvang;
  2. Ter illustratie: in Duitsland was in die tijd drie keer zo veel wijngaard aangeplant als nu! Schepen en flessen Rond 1600 deed zich een interessant verschijnsel voor;

Hollanders en Engelsen gingen zich toen op grote schaal bezighouden met de internationale wijnhandel. En ze gingen in hoge mate bepalen wat voor wijn een streek diende te produceren. Zie de Beneden Loire en Muscadet, zie Cognac, Bergerac, Bordeaux, Port en Jerez.

Marktgericht denken in de wijnbouw is van alle tijden. Tot in de 18e eeuw werd alle wijn getransporteerd en bewaard in vaten. De bewaarmogelijkheden waren daardoor uiterst beperkt. Het gebruik van goed afsluitbare flessen zou daar echter verandering in brengen.

See also:  Welke Wijn Bij Paddestoelenrisotto?

Het zal geen verbazing wekken dat die flessen vooral gebruikt werden voor topwijnen. Daartoe behoorden onder meer de wijnen van de huidige Premiers Crus in Bordeaux, met voorop Château Haut-Brion. Flessen werden in die tijd met de mond geblazen. Met één keer uitblazen kon een glasblazer een fles vormen met een inhoud van ongeveer 75 centiliter.

  1. Later zou dit de standaardmaat worden;
  2. Ondertussen had men in Midden Europa en in Duitsland ontdekt dat een late oogst in combinatie met edele rotting (botrytis) fantastische zoete wijnen kan opleveren;
  3. En in de Champagne ontwikkelde men een procédé om wijn met bruisende belletjes te maken? Tegenslag en vooruitgang De 19e eeuw was voor de wijnbouw de eeuw van de van grote hoogte- en dieptepunten;

Het was de eeuw van de drie grote plagen, oïdium, meeldauw en druifluis, alle afkomstig uit Amerika. Vooral de gevolgen van de druifluis, phylloxera vastatrix, in het laatste kwart van de eeuw, waren zeer ingrijpend. Deze luis tast de wortels zo zeer aan dat de planten sterven.

In heel Europa dreigden wijngaarden voorgoed te verdwijnen bij gebrek aan effectieve bestrijdingsmiddelen. De enige remedie bleek – en is nog steeds – het enten van Europese druivenplanten op resistente Amerikaanse (!) onderstokken.

Als gevolg van de phylloxera veranderde de Europese wijnbouw ingrijpend. Hele gebieden verdwenen, andere werden met nieuwe druivensoorten heraangeplant. Soms met betere, soms met productievere? Ook worden nieuwe gebieden ontwikkeld om de schade te compenseren.

Zie bijvoorbeeld de Languedoc en Algerije. En zie Rioja, waar wijnmakers uit Bordeaux hun toevlucht zochten. De 19e eeuw is ook de eeuw van de techniek en industrialisering. De groei van de steden en de aanleg van spoorwegen veroorzaakten nieuwe behoeften en mogelijkheden.

Wijngebieden die eerder slechts voor eigen behoefte hadden geproduceerd, veranderden door de ontsluiting plotseling in regio’s met nationale betekenis. De Languedoc is in dit opzicht al weer een schoolvoorbeeld. In de 19e eeuw is ook de grondslag gelegd voor de moderne oenologie, de wetenschap van de wijnbereiding.

Dat gebeurde door de Franse geleerde Louis Pasteur. Van de vele ontdekkingen die hij deed is die van het hoe en waarom van de alcoholische gisting wellicht de belangrijkste. Herkomst doet er toe Eind 19e begin 20e eeuw groeide het besef dat namen van herkomstgebieden beschermd moesten worden tegen misbruik.

In Frankrijk resulteerde dat in 1935 in de creatie van appellations d’origine contrôlées. Weliswaar waren eeuwen eerder al individuele gebieden als Chianti en de Douro (de portstreek) door regelgeving afgebakend en beschermd, op nationaal vlak had Frankrijk de primeur.

Andere landen zouden dit voorbeeld volgen. Het belang van individuele eigenschappen van een wijn is in de loop van de 20e eeuw alleen nog maar groter geworden. Behalve het herkomstgebied werd ook de naam van de producent een indicatie voor de kwaliteit.

Na de Tweede Wereldoorlog ging de individuele, zelf bottelende producent geleidelijk aan de plaats innemen van de handelshuizen die in de regel verschillende basiswijnen, afkomstig van diverse producenten, mengden tot één standaardwijn. Dit betekende automatisch een grotere diversiteit in het aanbod.

De 20e eeuw is, meer nog dan de 19e, de eeuw van de techniek geweest. Zowel in de wijngaard als in de kelder. Trefwoorden: rationalisatie, mechanisatie, controle van het totale productieproces. Zo lang techniek geen doel op zich is, maar dient als ondersteuning van wat de natuur te bieden heeft – het terroir (bodem, klimaat, ligging) – en van de intuïtieve creativiteit van de wijnmaker, dan is dat een goede zaak.

Dankzij beter wijngaardbeheer zijn de opbrengsten fors gestegen. In de kelder hebben het gebruik van roestvrij staal en temperatuurcontrole gezorgd voor een gemiddeld veel hoger kwaliteitsniveau. De Nieuwe Wereld heeft in dit opzicht de Oude de weg gewezen.

Opkomst van de Nieuwe Wereld De Nieuwe Wereld is de verzamelnaam voor al die wijnlanden die buiten Europa en het Middellandse Zeegebied liggen. Nieuw is in dit geval nogal betrekkelijk, want tal van landen kennen een wijngeschiedenis die een paar eeuwen oud is.

De introductie van de wijnbouw gebeurde door de Spanjaarden in hun kolonies in Zuid- en Midden-Amerika, door de Nederlanders in Zuid-Afrika, en door de Engelsen in Noord-Amerika en Australië. Maar, ere wie ere toekomt, Fransen, Italianen en Duitsers waren meestal de echte pioniers op het gebied van het daadwerkelijke wijnmaken.

  1. In de tweede helft van de 19e eeuw ontstond er in landen als Australië, Chili en Californië een wijnindustrie met een serieuze omvang;
  2. De productie was meestal alleen voor de lokale behoefte en de warmte in sommige landen van invloed op de stijl van de wijnen;

Die waren vaak alcoholisch en zoet. Net als in Europa kende men ook de nodige ups en downs, met als beruchtste voorbeeld de Drooglegging in Amerika. De internationale doorbraak is van recente datum. De opkomst van de Nieuwe Wereld begon pas eind jaren ’70 begin jaren ’80.

  1. Daarna is het stormachtig gegaan, en wel met fruitige, soepele wijnen;
  2. Door toepassing van technische middelen kon men namelijk wijnen gaan produceren die voldeden aan de internationale smaak;
  3. Marktgericht, niet gehinderd door tradities en regels;

Herkomstbenamingen zijn enkel geografisch bepaald, zonder verdere voorschriften met betrekking tot de manier van wijnmaken. Men kan dus naar hartelust experimenteren. In de regel brengen producenten in de Nieuwe Wereld voor de consument makkelijk herkenbare ‘varietalwijnen’, d.

gemaakt van één bepaalde druivensoort. In Europa heeft dit concept inmiddels ook op brede schaal ingang gevonden. Omgekeerd is de meest recente trend buiten Europa er een waarbij de herkomst van de wijn steeds belangrijker wordt.

Of: hoe terroir en techniek elkaar prima aanvullen. Klimaatverandering Zowel in Europa als daarbuiten lijkt de wijnbouw momenteel te maken te krijgen met klimaatverandering, lees: hogere temperaturen. In hoeverre dit een tijdelijk verschijnsel is of een permanent, is nog de vraag.

Hoe lang hou je wijn goed?

HOE LANG IS WIJN HOUDBAAR? – Wijn bevat van nature conserveringsmiddelen zoals alcohol, zuur  en tannine. Om te zorgen dat de wijn wat langer houdbaar is, kan de wijnmaker sulfiet toevoegen. Dat beschermt extra tegen bederf en staat vermeld op het etiket. Je kunt:

  • Een geopende fles wijn 1-3 dagen bewaren
  • Ongeopende fles wijn 0-100 jaar bewaren (geen zorgen, we leggen het je zo uit!)
  • Frisse, fruitige witte wijn 1 jaar bewaren, tot de nieuwe oogst
  • Lichte rode wijn maximaal 1 jaar bewaren
  • Volle, houtgerijpte witte wijn 2-4 jaar bewaren
  • Krachtige rode wijn 3-6 jaar bewaren
  • Zoete witte wijn 2-10 jaar bewaren

Hoe smaakt wijn die niet meer goed is?

Wanneer is rode of witte wijn bedorven? – So far, so good! Je hebt er alles aan gedaan om de wijn in de juiste condities te bewaren: top! Maar, wanneer is een wijn écht niet meer te drinken? Of met andere woorden: wanneer is wijn bedorven? Dat kun je zien, ruiken én proeven! Al raden we dat laatste niet echt aan 😉 Om te beoordelen of wijn niet meer goed is om te drinken, gebruik je dus je zintuigen.

Te beginnen met de ogen! Als de wijn er troebel uitziet en een vliesje achterlaat in de fles, dan is dit mogelijk een teken dat de wijn niet meer goed is. En we zeggen heel bewust mogelijk, omdat er ook wijnen bestaan die bewust troebel zijn.

Het enige verschil is dat die laatste wijnen bij het inschenken wel helder zijn van kleur. Dat brengt ons ook gelijk bij het volgende punt: de kleur van de wijn! Als een wijn in aanraking komt met zuurstof, vindt er oxidatie plaats. Hierdoor krijgt de wijn uiteindelijk een soort bruinige kleur.

  • Absoluut een teken dat de wijn niet meer geschikt is om te drinken;
  • Nog een teken dat de wijn niet meer goed is, is als er bubbeltjes zichtbaar zijn;
  • De bubbeltjes zijn een teken dat de wijn opnieuw is gaan fermenteren en dat geeft een zure smaak;

Genoeg reden om deze wijn niet meer te drinken. Je kunt ook ruiken of een wijn niet goed meer is. Soms kan er namelijk best een foutje in het productieproces voorkomen waardoor de wijn bij het openen niet lekker ruikt. De wijn is bijvoorbeeld te lang met zuurstof en/of warmte in aanraking geweest.

  • Hierdoor vindt er in de wijn een chemisch proces plaats waardoor de bacteriën kunnen groeien en deze azijnzuren gaan produceren;
  • Bij het openen van de fles ruik je dan de scherpe geur van nagellakremover (aceton), verbrand rubber of zelfs rotte eieren;

Iewh! En tot slot de smaak. De smaak van een ‘bedorven’ wijn vergeet je nooit meer. Als je een slok neemt van een wijn die niet meer goed is, proef je azijn. Het is een scherpe en zure smaak. .

Wat is de oudste drank?

‘Mede’ gemaakt van honing is waarschijnlijk het oudste alcoholische drankje dat we kennen. Het werd 8000 jaar geleden al gedronken. Het is waarschijnlijk toevallig ontstaan doordat honing en water op een warme plek met gist in aanraking kwam. Bier was 5400 jaar voor Christus al bekend.

  • In Egypte zijn papyrusrollen gevonden uit 3500 voor Christus met het recept voor wijn;
  • In Griekenland was wijn de belangrijkste drank;
  • Beschilderde vazen en mokken laten uitbundige feestmalen zien waarbij wijn gedronken werd;

Er zijn aanwijzingen dat de Chinezen de destilleerkunst al vroeg machtig waren en ook de Grieken en Romeinen wisten uit wijn sterke drank te maken. De uitvinding van destilleren wordt echter toegeschreven aan de Arabieren. Aan gedestilleerde dranken werden geneeskrachtige eigenschappen toegedicht.

Wie is de uitvinder van alcohol?

Wie de uitvinder van alcohol was is niet meer te achterhalen. Want het oudste document dat over alcohol gevonden is, is een bierbrouwersrecept van 5000 jaar oud. Dit is een kleitafel uit Sumerië. En een Sumerische tekst van zo’n 1000 jaar later heeft het over bier én wijn.

Wat bestond eerder wijn of bier?

De geschiedenis van alcohol : De oorsprong van alcoholische dranken ligt zeer ver in het donkere verleden van de menseljke samenleving. Zo werden in China 9000 jaar oude kruiken uit gebakken aardewerk gevonden die werden gebruikt voor het vergisten van een mengeling van rijst, granen, honing en fruit. Of het resultaat ervan bier was of  wijn laten we in het midden. In een afgelgen grot in Armeni werd onlangs een complete werkplaats gevonden voor het grootschalig aanmaken van wijn.

  • De produktieplaats was 6000 jaar oud en bevatte druivenpersen, vergistingsbaden, opslagkruiken, drinkbekers en scherven met daarop de resten van uitgeperste druivenschillen en kernen;
  • De wijnbouwcultuur is dus zeker reeds duizenden jaren oud;

In het algemeen kan men echter stellen, dat bier er eerder was dan wijn. Een stuk aardewerk uit Turkije van 6400 voor Christus maakt duidelijk dat er toen al ambachtelijk bier geproduceerd werd. In 4500 voor Christus verfijnden de Egyptenaren de brouwtechniek en vond het zijn weg naar zuidoost Azi.

Bierbrouwen is dus een bezigheid die al vele tientallen eeuwen oud is. De Sumerirs, een volk dat ongeveer 5500 jaar geleden in Mesopotami, het twee-stromenland tussen de Eufraat en de Tigris, nu behorend tot huidige Irak, leefde, waren vermoedelijk de eersten die bier op grote schaal produceerden.

Het bier en de wijze waarop dit gemaakt werd, is echter niet zoals we dat nu kennen. Men bakte een soort brood van “emmer” (een tarwe-soort), dat van buiten gaar was, maar van binnen nog week. Als men bier wilde maken, weekte men het brood in water en bracht dit aan het gisten door het weke brood eerst tot een brei te vermalen (verknauwen) en deze brei daarna in wat meer water in grote kleipotten natuurlijk te laten fermenteren (vergisten).

Aan het vergistende bier werd later vaak fruit, honing of kruiden toegevoegd. Alle oude graangebieden kenden aan bier verwante dranken; uit Babyloni bijv. zijn duidelijke gegevens bekend over de bereiding van een zwak-alcoholische drank uit graan sedert 4500 v.

Nadat de Babylonirs het Sumerische rijk hadden over genomen, nam het brouwen toe. Uit kleitabletten van die tijd heeft men kunnen afleiden, dat men reeds verschillende soorten bier kende. Door het vermengen van fruit, honing en kruiden in de vergistende drank, is de stap naar de vinificatie (aanmaken van wijnen) slechts zeer klein en eigenlijk een logisch gevolg. Wie de eerst stap zette naar het aanmaken van wijn zullen wij wellicht nooit juist weten. Wellicht is het een “zachte overgang” geweest door het gebruik van meer fruit en minder en minder graangewassen (brood). Algemeen wordt aangenomen dat de zuivere en relatief grootschalige productie van wijn 6500 jaar geleden een aanvang nam. De Egyptische & Romeinse tijd: De Egyptenaren namen het bierbrouwen over van de Babylonirs (de Egyptenaren brouwden bier, waar ze ook dadels aan toevoegden). Ze werden meegegeven in het graf of werden vermeld in de offerlijsten op de wanden van grafkamers en sarcofagen. Zo bezat Ramses III een brouwerij die het bier leverde voor de tempels. Doordat het in de loop der eeuwen verdampt (of opgedronken) is heeft men nog nooit bier uit het oude Egypte gevonden. Wel zijn kruiken en vaten aangetroffen waarin het residu van bier aanwezig was.

Voor hen behoorden brood en bier tot de elementaire voedselbestanddelen. Bier wordt al genoemd in teksten uit het vroege Oude Rijk en vanaf deze tijd werden er houten “modellen” gemaakt, die de productie van brood en bier uitbeeldden.

Analyse ervan heeft aangetoond, dat bier toen reeds van verschillende soorten graan gemaakt werd. Uit oude teksten van het “Nieuwe Rijk” kende men inderdaad verschillende soorten bier. Naast drank voor de levenden en de doden was bier ook een ingredint van een aantal medische recepten.

  1. Een heel intressante anecdote is hier ook dat in het oude Egypte, als nevenproduct, reeds een vorm van peniciline werd gebruikt voor het behandelen van interne infecties en geinfecteerde wonden;
  2. Hiervoor moesten de patienten zwaar beschimmeld brood eten en/of werd een brei ervan op de wonden aangebracht;

U ziet, Flemming was zeker niet de eerste en/of “echte” uitvinder” van de eerste antibiotika. !!!! De kennis over de brouwkunst verspreidde zich via het Midden-Oosten, naar Griekenland en Itali. Maar in die tijd, ongeveer 3000 – 3500 jaar geleden, raakte ook het wijn maken algemeen in zwang, vooral in Griekenland en toenmalig Itali.

In de Romeinse tijd werd er nog bier gebrouwen door de Romeinen, maar ze hielden toch meer van wijn. Door de Grieken en Romeinen werd de brouwkunst verder naar het noorden en het westen verspreid. In Spanje werd reeds bier gedronken door de oude Iberische bevolking en door de bewoners van de paaldorpen in de Zwitserse meren werd gerst, behalve voor het bakken van brood, ook reeds gebruikt voor het brouwen van bier.

In de tijd van Strabo (63 v. 24 n. ) werd een ” rythos” genaamde biersoort in Alexandri algemeen gedronken; Pelusium, aan de mond van de Nijl, was wijd beroemd om zijn “Pelusische drank” (een aangezoete zware biersoort). Over het oude Germaanse bier is in feite niet zoveel bekend; wat men daarvan weet, stamt hoofdzakelijk uit de Noorse mythologie en een mededeling bij Tacitus.

  • In plaats van met hop zetten de Germanen het bier met eikenbast aan, mede om het tegen bederf te vrijwaren;
  • De Germanen waren wel de eersten, die de tussenstap van het broodbakken oversloegen en ontdekten dat uit ontkiemde en gedroogde graankorrels (meestal gerst) ook bier gebrouwen kon worden;

De oude Germanen en de Belgae (Belgen) , onder leiding van Ambiorix en zijn gezellen, lieten menig Romeins hart van schrik verstenen, na een woelig braspartijtje met een robbertje vechten als “dessert”. De Belgae (Lat. ) of Belgen waren een groep, tot de Kelten behorende en met de Germanen verwante stammen, die ten tijde van Caesars verovering van Gallia, het gebied tussen de Noordzee, de Seine, de Marne en de Rijn bewoonden. Gallirs (Lat. : Galli), is de overkoepelende benaming voor alle Keltische volken van het vasteland van Europa; in engere zin de bewoners van Gallia. “Gallirs” is dus eigenlijk gewoon een andere naam voor “Kelten”. Een deel hiervan waren dus de “Belgea”. Ongeloofelijk maar waar, heel veel Hollanders zijn dus eigenlijk “Belgen”.

!!!. De Nederlanders zullen er wel anders over denken maar aan de feiten kan niet getornd worden en ,. ze moeten er eigenlijk blij en fier om zijn. ! De keltische stammen hadden zich in het begin van de ijzertijd (ca.

1000 v. ) in dit gebied gevestigd. Voor het huidige Belgi en grote delen van Nederland waren de voornaamste: de Morini (Morenen), die verblijf hielden in de kuststreek rond Boulogne, de Menapii (Menapirs) tussen de Noordzee en de Schelde (die toen in de Maas uitmondde) en de noordelijker gelegen moerassige gebieden, de Nervii (Nervirs) tussen de Schelde, de Rupel, de Dijle en het Kolenwoud, de Eburones (Eburonen) tussen de Scheldedelta, de Rupel, de Dijle, het Ardennenwoud en de Rijn en de Aduatuci in het Maasgebied stroomopwaarts van Namen.

Alle kelten  waren uitmuntende bierbrouwers en hun producten werden overal gegeerd. Een eigenschap en vermaardheid die de “Belgae” nog steeds bezitten. !!!. De dranken werden hoofdzakelijk door de druden (hun priester-tovenaars) samengesteld.

en deze gebruikten vele “kruiden” en ook honing om de dranken wat op te peppen. Als bewaarmiddel voor het bier werd in onze contreien vooral een aftreksel van wilde gagel gebrukt. Door het relatief koud klimaat was de kweek van druiven en het vinifieren ervan in het Noordelijk gelegen Belgica niet zo aangewezen. Toch werdt veel wijn gedronken. Deze was waarschijnlijk bemachtigd door ruilhandel met de Romeinen of de zuidelijker gelegen Keltische nederzettingen. Ambiorix, koning van de Eburonen (ca. 55 v. ), werd vooral bekend door zijn tegenstand tegen de Romeinse veldheer Gaius Julius Caesar maar ook voor zijn enorme braspartijen en zijn ontembare vecht- en bijhorende vreet- en sexlust.

  1. Ook bij de aangrenzende Germanen waren de Eburonen, Nervirs en Menapirs berucht;
  2. Sommige van deze volkstammen zwermden verder uit naar het zuiden van Britannia (England) en maakten daar de kust onveilig;

Van 57 tot 51 v. werden de hevig weerstand biedende Belgae door Gaius Julius Caesar onderworpen, waarbij sommige stammen (bv. de Eburones en Aduatuci) bijna volledig werden uitgeroeid. Ambiorix en zijn overlevende drinkebroers vluchten toen naar Germania (Duitsland).

  1. Hun gebied werd bij het Romeinse Rijk ingelijfd als een deel van Gallia; onder keizer Augustus werd het als “Belgica” een administratief zelfstandige provincie van dat rijk;
  2. In 9 n;
  3. werden de Romeinen, in onze streken, door de Germanen verslagen en verdreven;

Er zal dan wel een grote “party” geweest zijn. amaai !!! De Middeleeuwen:   In de middeleeuwen, waren het vooral de monniken die brouwden, om in hun levensonderhoud te voorzien. Verder was in die tijd het drinkwater van slechte kwaliteit en men ontdekte dat het drinken van bier gezonder was. Dat dit vooral door het koken van bier kwam, wist men toen nog niet. De meeste aalputten werden namelijk juist naast of in de nabijheid van de drinkwaterputten uitgegraven.

Afwateringssystenen en/of rioleringen waren zo goed als onbestaande en men liet alles maar lopen waar het terecht kwam. Ook vele dieren zoals varkens, kippen, geiten en schapen bevolkten de straten en lieten hun “datje” achter in de meestal onverharde straten.

Soortgelijke taferelen ziet men vandaag nog in vele onder-ontwikkelde landen. Dat er zo nu en dan een zware epidemie uitbrak was dus niet te verwonderen. In die tijd gebruikte men nog geen hop als konserveringsmiddel en/of smaakmaker, maar gruit. Gruit is een kruidenmengsel met vooral gagel en rozemarijn en verder o. De monniken behoorden, in die tijd, tot de hoogst opgeleide (en dorstige) mensen en zij tilden het bierbrouwen naar een hoog niveau. Omstreeks het jaar 800, waren het waarschijnlijk dan ook de monniken, van het klooster van Weihenstephan in Duitsland, die als eersten hop gebruikten, om het bier langer houdbaar te maken. Aangezien in vele landen een hele industrie was ontstaan rond gruit en ook de overheden inkomsten hadden uit het zogenaamde “gruitrecht”, heeft het tot ongeveer 1320 geduurd, voordat in Belgi (toenmalig Vlaanderen) en Nederland hopbier werd gebrouwen.

duizendblad, laurierbessen, salie, enz. Het zg, dolkruid of bilzenkruid werd veel gebruikt door de “Clericale giftmengers”. Het is giftig, zwaar roesverwekkend en bedwelmend. Dit “soepje” werd gebruikt, om de meestal horribele smaak van het brouwsel te verdoezelen en het “sterker” te laten uitschijnen dan het eigenlijk was.

U ziet maar. ook het “pluimen en zakkenvullen” is geen moderne uitvinding. !!! Bier was dus vroeger een zeer populaire drank omdat dit veiliger was om te drinken dan het aanwezige drinkwater. Het drinken van bier verminderde sterk in de loop van de 18 e   eeuw.

See also:  Hoe Lang Is Wijn Te Bewaren?

Dit kwam door de opkomst van koffie en thee. In 1788 vindt Richardson de sacharimeter uit, een toestel voor het bepalen van het suikergehalte in vloeistoffen. Dit was een zeer belangrijke ontdekking die een grote vooruitgang voor de brouwkunst betekende.

Ook het soort bier dat men brouwde veranderde, eerst maakte men altijd “boven gistend” bier, maar in de 19 e eeuw ging  men vooral “onder-gistend” bier, pils, maken. Het verschil tussen deze beide biersoorten ligt hoofdzakelijk bij de samenstelling van de malt en de gebruikte gistsoort.

Bij lage- of ondergistend bier zinkt de gistsoort naar de bodem van de kuip (bv. bij Pilsbieren). Bij bier van hoge- of bovengisting drijft de gistsoort naar het oppervlak van het wort tijdens het gistproces ( gist drijft boven).

De bieren van hoge gisting zijn meestal van het zg. “Ale-type”. De Wijn: De oorsprong van de wijnbouwcultuur vermoedt men in het gebied ten zuiden van de Kaukasus en in Oost-Turkije. Hier bevindt zich van oudsher een grote variteit aan wilde en gecultiveerde druivensoorten alsook vele tussenvormen ervan. In de loop van het 6de en 5de millennium v. is de wilde druif gedomesticeerd tot Vitis vinifera sativa. Selectie door de mens en natuurlijke aanpassing van de druif, die sterk mutatie-gevoelig is, leidden in de loop der tijden tot verschillende druiverassen. In de loop van het 4de en 3de millennium v.

  • De eerste wijnen zijn vermoedelijk gemaakt van wilde druiven (Vitis vinifera silvestris);
  • werden wijn en wijnstok opgenomen in het cultuurgoed van Mesopotami, Egypte, Syri en Palestina;
  • Wijn was in ieder geval 3500 jaar geleden al goed bekend;

In Egypte zijn papyrusrollen gevonden waarin beschreven werd hoe je wijn moest maken. Ook zijn er afbeeldingen in grafkamers gevonden die uitbeeldden dat de Egyptenaren al wijn konden maken en zelfs dronken werden (wie niet ?). In het oude Griekenland was wijn de belangrijkste drank.

  1. Beschilderde vazen en pullen laten uitbundige feestmalen zien waarbij wijn gedronken werd;
  2. De dichter Hesiodes (7de eeuw vr Christus) noemde druiven een geschenk van Dionysos, de God van de wijn;
  3. Lange tijd gold wijn als belangrijk statusgoed, zodat het gebruik ervan beperkt bleef tot de hogere sociale en religieuze kringen;

De lagere kasten of parias moesten zich maar behelpen met “gekruide” bieren en/of reeds verzuurde wijnen. Iin Indi werd reeds meer dan 3000 jaar geleden wijn gemaakt. Oude sanskrit-texten omschrijven toen reeds wijn als stimulans bij “sexuele” bezigheden.

Ook de kus (met de mond) werdt notabene hierin omslachtig omschreven. Zo is de beroemde Indische “Kamasutra” (liedeshandboek) uit de derde eeuw slechts een samenvatting uit deze oude geschriften en werd trouwens ook geschreven in sanskrit.

Ook hierin wordt wijn aangeraden voor het aansporen en verhogen van het sexuele genot. Nuja, na het verslinden van enkele flessen wijn, wordt zelfs een geplukte kalkoen bij vele mannen begeerenswaardig. De mannen moeten wel opletten om dan Sir Elton John (zonder pruik dan) niet tegen het lijf te lopen. amaai !!! In 1947 ontdekte een herder in leer en stof opgerolde geschriften uit de oudheid in een grot bij Chirbet Qumran ten noordwesten van de Dode Zee. De rollen zijn een opmerkelijke archeologische vondst en vormen het eerste gedeelte van een verzameling Hebreeuwse en Aramese manuscripten die vlak na de eerste vondst kort na elkaar werden ontdekt. Deze oude geschriften, waaronder het volledige boek Jesaja en fragmenten uit alle andere boeken van het Oude Testament, behalve het boek Esther, bleken meer dan duizend jaar ouder te zijn dan alle andere bekende Hebreeuwse geschriften.

Ook in de zeer oude “dode-zee” rollen, staan verwijzingen naar “bier” en/of een soort “offerwijn”. Gedurende het 3de en 2de millennium v. bereikte de wijnbouwcultuur Kreta, Griekenland en delen van Zuidoost-Europa.

In het 1ste millennium v. brachten Phoenicirs en Grieken wijn en wijnstok naar het westelijk deel van het Middellandse-Zeegebied, o. Zuid-Itali, Zuid-Spanje en Noord-Afrika. De Grieken waren toen reeds zeer bedreven in de wijnbrouwkunst. Wat denkt U van het volgende: “Een wijn met een aroma van rozen en hyacint alsmede een vleugje appelbloesem.

? Het is als uitgeknipt uit het hedendaags relaas van een wijnrecensent. Niets is minder waar. Het is een uitschrift van de Griekse schrijver en dichter Hermippus die 2400 jaar geleden leefde. Voor een Griekse koopman was het destijds belangrijk te weten waar de wijn werd geproduceerd, waneer en door wie.

De wijn-amforen werden dan ook voorzien van een ingebakken inscriptie met gegevens over de herkomst, de jaargang en meestal ook de naam van de wijnbrouwer zelf. De amforen waren dus een “eengangsverpakking” en voorzien van dezelfde gegevens als op de etiketten van de wijnflessen van vandaag. In de oudheid, voor men flessen en kurken kende, was het moeilijk om in het warme Griekse klimaat de meestal eenvoudige witte wijnen goed te houden; deze bleken het best houdbaar in amforen die van binnen met hars waren bestreken. Uit de hars kwam de terpentijnolie bovendrijven en deze sloot de wijn deugdelijk af; bovendien werkten extracten uit de hars conserverend. Harsen werden reeds in de oudheid gebruikt, o. voor het conserveren van mummies. Ook de Zuid-Amerikaanse Inka’s kenden het gebruik van harsen (en balsems).

De amforen werden daarna, na het verbruik van de wijn, gewoon vernietigd of gebruikt om er water in op te slaan. Ook nu nog voegt men aan sommige Griekse wijnen   hars toe, mede om de voor liefhebbers aantrekkelijke smaak en geur die de hars aan de wijn geeft.

Deze, meestal zeer eenvoudige maar smaakvolle witte tafelwijnen uit Griekenland waaraan hars van pijnbomen is toegevoegd, worden “Retsina-wijnen” genoemd. Deze wijnen bezitten dus, door het dennenhars, een min of meer uitgesproken “terpentijnsmaakje” Homeros omschrijft de wijnen van Lesbos, Chios en Thassos.

Hij wist wat hij schreef want de wijnen van Thassos waren zo populair, dat vele anderen probeerden ze na te maken. De Grieken (en ook de Romeinen) dronken hun wijn niet puur. Deze werd vermengd met twee delen water (soms zelfs zeewater) voor n deel wijn.

De wijn werd door de Grieken met water vermengd in speciale “krater”-vazen. Dit is een gewoonte die men vandaag nog steeds veel toepast in Spanje, Portugal, Griekenland en Frankrijk. Veel wijn werdt ook aangezoet met honing. De meeste wijnen van die tijd waren eerder aan de “zure” en droge kant.

  • Ook kruiden werden gebruikt;
  • Veel gebruikte smaakzetters waren safraan, kaneel, munt, en ook vele bloemen;
  • Was dit niet de voorloper van de hedendaagse Vermouth;
  • Homerus stipuleerde ook in zijn geschriften dat het heel belangrijk was, dat de wijn een aroma had als van een “boeket” bloemen;

Deze omschrijving vinden wij vandaag nog terug in het Franse “Bouquet”. Hoewel er in Champagne fossiele overblijfselen van de wijnstok zijn gevonden die meer dan 3000 jaar oud zijn, rekent men de Franse wijnbouw te dateren uit de 6de eeuw vr Christus, toen Griekse kolonisten in het gebied aan de monding van de Rhne de wijnstok importeerden. Het waren ook de Grieken uit Klein-Azi die de handelsnederzetting Massilia (Marseille) stichtten en er enkele wijngaarden aanlegden. In de Romeinse tijd waren de Franse wijnen al zo beroemd, dat op bevel van keizer Diocletianus, die concurrentie met Italiaanse wijnen vreesde, de wijngaarden werden vernietigd; zij werden echter een eeuw later onder keizer Probus in ere hersteld.

  1. In de middeleeuwen waren het vooral de kloosterlingen in Bourgogne en bij Bordeaux die de wijnbouw hebben vervolmaakt en de boerenbevolking wijnbouw zowel als wijnbereiding leerden;
  2. De vervolmaking van de kunst van het laten ouderen en rijpen van wijn is in de toenmalige Franse kelders verder ontwikkeld;

De wijnbouwcultuur van Duitsland, Noord-Frankrijk en andere delen van Midden- en Noordwest-Europa is dus in feite van Romeinse oorsprong. Oude en goed gerijpte wijnen waren, in de landen rond de Middelandse zee, al zeer beroemd en gegeerd. De “experten” van die tijd waren het roerens eens, dat de beste wijnen uit Falernum kwamen.

Speciaal deze van jaargang 121 vr Christus was beroemd voor zijn aroma, boeket en smaak. Toen Keizer Caligula zijn verjaardagsfeestje organiseerde werd juist deze wijn en van die jaargang aan de gasten geserveerd.

De wijn was dus op dat ogenblik 160 jaar oud !. Dat Caligula de dag nadien een aantal dronken gasten liet ombrengen om hun bloed te drinken is minder bekend. Een beetje eigenaardig en zelfs gek waren ze daar toen wel allemaal. en dat zijn ze mischien nog. hahaha! Falernum, ten Noorden van Napels was het toenmalige Bordeaux van vandaag.

Deze streek was toen reeds ingedeeld in drie specifieke gebieden of “appellations”. De druiven werden zeer laat geoogst en men wachte zelfs tot de eerste vorst. Dit alles om een zoete en sterke wijn te kunnen produceren.

De wijnen die men toen maakte smaakten waarschijnlijk zoals de “ijswijnen” van vandaag. Zoals U ziet, niet veel nieuws onder de zon !!! De joden uit het koningkrijk Isral en de Phoenicirs, maakten en “verslonden” 3000 jaar geleden ook al een aardige hoeveelheid zwaar “gekruide” wijn. In de Joodse woordenboeken kwam toen waarschijnlijk het woord “Kosher” (of Koosjer) nog niet voor ! In het begin van deze jaartelling dook ergens in Judea een semitische monnik op (Semieten zijn het volk waaruit de kananieten en later de Joden en Palestijnen zijn ontstaan).

  • Deze noemde zich Jezus;
  • Hij was (volgens vele onderzoekers) opgeleid in de Pakistaanse en Indische kloosters van die tijd en was zeer goed op de hoogte van de nieuwste en beste, toenmalige medische en theologische wetenschappen;

Hij was na de zware en langdurige opleiding ( 18 jaar. ) aan een jarenlange omzwerming begonnen zoals dit daar, tot op de dag van vandaag, nog steeds gebruikelijk is. Hij is de enige, die er bij mijn weten in geslaagd is, water in wijn te veranderen. Zijn graf in Pakistan (onder de naam “Chrisna” Europees = Christus), wordt nog jaarlijks door duizenden “dorstigen” bezocht.

  1. Hij zou dus niet aan het kruis gestorven zijn maar in het oude klooster van welleer;
  2. Hij had waarschijnlijk zijn beulen omgekocht met wijn!!! Als aansluitend verhaal (nadenkertje) kan ik U volgend vertellen;;

ten tijde van de kruisigingen door de Romeinen kregen de gekruisigden soms, van barmhartige vrouwen, een pijnstillend drankje op basis van zure wijn en een aftreksel van de Mandragora-plant (alruin). Dit kruidendrankje stond bekend als de “dodenwijn”. Een mogelijk neveneffect was echter dat de gekruisigde in een soort slaaptoestand terecht kwam met een zwakke ademhaling en een bijna onbestaande hartslag. De mandragoraplant of alruin wordt in de volksmond trouwens nog steeds “schijndood” genoemd. Het is een zeer sterk hallucinogeen en de werking ervan is, en was genoegzaam bekend. Sommige geschiedkundigen suggereren dat dit mogelijk het geval is geweest met Jezus van Nazareth die, gered door de “dodenwijn”, zijn martelingen en het kruis overleefde en daardoor drie dagen later kon “verrijzen”.

  1. Het gevolg was, dat hij soms schijndood maar nog levend, van het kruis werd gehaald en aan de familie werd gegeven om te worden begraven;
  2. Hij vluchte na een herstelperiode terug naar zijn kloosters in het “Verre Oosten” en liet zijn apostelen de “klus” verder alleen klaren;

U ziet, dat reeds toen veel “gejongleerd” werdt met allerlei kruiden en kruidendrankjes. Ook aan de andere kant van de oceaan liet men zich niet onbetuigd. Bij de Azteken had drank een religieuze rol. Dronkenschap was verplicht bij alle religieuze aangelegenheden.

Als je je niet “bezatte” was dat een belediging voor de goden. Daarom wordt ook welleens gesuggereerd dat onze voorvaderen van de Azteken afstammen(hahaha). Dat het produceren van alcoholische dranken in grote lijnen samenvalt aan beide zijden van de Atlantische oceaan ondersteund de stelling van de Noorse antropoloog Thor Heyerdahl dat men reeds zeer vroeg de oceanen bevoer om nieuwe gebieden te ontdekken en/of ruilhandel te bedrijven.

Iets dat hij bewees in 1947 met zijn rieten vlotten, de Kontiki en de Ra II. Ook in Noord-Amerika en Canada zijn bij opgravingen oude drinkbekers en toebehoren gevonden van meer dan 1500 jaar oud en die duidelijk afkomstig waren van de toenmalige Scandinavische (Oud Germaans-Keltische) stammen, later Vikings genoemd. !) moet daar zeker veel meer te vinden zijn !!! Reeds vroegtijdig bereikten zeevarende en emigrerende volkeren Noord Amerika via Groenland en Ijsland en van de andere zijde via Alaska. Archeologische opgravingen hebben aangetoond dat Labrador en Newfoundland (= Niewgevondenland) ca. 7000 jaar geleden (en waarschijnlijk langer) al werden bewoond. Opgravingen bij L’Anse-aux-Meadows laten zien dat het gebied reeds ca. 300 n. dicht was bewoond en in 900 n.

Aangezien de alombekende grote “droge lever” van alle zeemannen (kan ik van meepraten. C reeds grotendeels was gekoloniseerd door de Vikingen. De twee meest bekende Viking-hoofdmannen Erik de Rode en Leif Erikson maakten vele reizen naar dit Noord-West gelegen gebied en noemden het “Vinland”.

Vertaald is dit “Wijnland” !. De in de opgegraven nederzettingen gevonden (gedroogde) druiven bewijzen duidelijk, dat deze zeevaarders zich destijds met zekerheid ook veel zuidelijker hebben begeven en de druiven gebruikten om er wijn van te maken. Christoforus Columbus kwam in 1492 dus eigenlijk zeer vele eeuwen te laat om een kortere weg naar “Indi” en China te ontdekken. Belladonna, bilzekruid (of dolkruid) en doornappel waren reeds in de oudheid en de middeleeuwen onmisbare ingredinten van dranken en de fameuze heksenzalf die ervoor zorgde dat de heksen op een bezemsteel konden rondvliegen. Ook de alruin of mandragora (Mandragora officinarum), eveneens een nachtschadeachtige, kwam meestal in die mengsels voor. Het is een klein plantje dat oorspronkelijk alleen rond de Middellandse Zee groeide en waaraan in vroegere tijden bovennatuurlijke krachten werden toegeschreven.

Hij moest er in ieder geval geen “dorst” lijden. ! Het “smaakzetten” of “Kruiden” : De nachtschadeachtigen waren, in een niet eens zo ver verleden niet alleen populair als dodelijke gif, maar ook als “kruidje” in veschillende dranken zoals bier en wijn.

De Y-vormige wortels lijken vaag op een menselijke figuur, waardoor het o. een symbool was van vruchtbaarheid en seksuele potentie. De bezitter van de zeldzame mandragora-wortel zou de toekomst kunnen voorspellen en zou zich onzichtbaar kunnen maken wanneer hij werd aangevallen.

De actieve bestanddelen van deze planten zijn o. coiine, thebaine, atropine en vooral hyoscine (of scopolamine), waarvan de chemische structuur bijna identiek is aan cocane en  hebben sterk hallucinogene eigenschappen.

De bloemen verspreiden een bedwelmende geur. De orakels van Delphi zouden de geur van brandend bilzekruid opgesnoven hebben om in “extase” te komen Alle “profeten” zoal Abraham, Mozes, Jezus van Nazareth, de apostelen en Mohamed zullen ook wel beinvloed geweest zijn door de sterk “gekruide dranken”.

Het is een feit dat bijna alle zg. profeten hun “visioenen” kregen in de woestijn. Dit is volgens mij een zeer “dorstige” plaats die, het verorberen van grote hoeveelheden drank zeker in de hand heeft gewerkt.

Ook eigenaardig is, dat het bijna altijd mannen zijn die van “God” berichten en/of bevelen kregen. De enige vrouw in dit illustere gezelschap is Maria. Die kreeg echter slechts het bezoek van een “duif” of de “heilige geest”. Het resultaat kwam er dan 9 maanden later en het waren geen stenen zoals bij Mozes.

! Iets dat vele christenen niet echt weten is, dat Maria reeds kinderen had vr de geboorte van Jezus en er ook nog kreeg na het “bezoekje” van de “gezant van God”. Christus had dus broers en zusters. !!!.

Wie hiervan de vader was wordt angstvallig verzwegen door de katholieke en protestantse kerken. Zou het dan toch “de Jef” (Jozef) geweest zijn. ? Het is ook een feit dat, sinds men de wijnen en bieren niet meer zo sterk “aankruid”, er geen “echte” profeten meer geweest zijn.

!!!. Voor onze vrouwelijke drinke-zusters is het echter oppassen geblazen. Ik ken er verschillende waar de “heilige geest” ook is bij langs geweest. Ikzelf krijg na een zwaarder feestje ook wel eens visioenen ( of illusies) en zie dan sterren, lege flessen, brandende tongen en soms veel mooie, maar onwillige naakte vrouwen.

Heb echter nog nooit God gezien of gesproken. Spijtig,. ik heb nog zowat vanalles nodig. hahaha! Het “duizendbladkruid” is n van de oudste bekende genees- of bedwelmkruiden en werd al in een midden-palolithisch graf in Irak aangetoond (60. 000 jaar oud. !). Grote hoeveelheden ervan, zoals die toen gebruikt werden in wijn, bier en kruidendrankjes, kunnen duizelingen en zelfs krankzinnigheid veroorzaken (ik heb mij waarschijnlijk ook eens vergist van kruidhahaha!). Het is waarschijnlijk daarom, dat er in die tijd zoveel “mafkezen” rondliepen. Na een tijdje werden deze, profeet, apostel, tot “Paus” gekroond, of werden monniken en naar de Nieuwe-Wereld gestuurd om daar hun “vlammende godsvrucht” op de arme indianen over te dragen.

  1. Voor iets anders waren zij toch niet meer bruikbaar en men was er vanaf;
  2. !!! Vanuit die tijd stammen ook de “Ridders” en de “kruistochten”;
  3. niet te verwonderen ! Zie ook “Hallucinogenen” in hoofdstuk “giftige planten” en “Historie van kruiden” onder hoofdstuk “Kruiden”;

Voor een directe overgang aktiveer dan n van de onderlijnde titels. Distillatie van alcohol: Algemeen wordt aangenomen dat de Arabieren er als eersten toe kwamen alcohol (van het Arabische ‘Al Kohl’. ) uit alcoholhoudende vloeistoffen te distilleren. Zij dachten eerst het “levenswater” te hebben uitgevonden. Dus letterlijk vertaald bedoeld alcohol dus “de geest” of  “het fijne”. Vandaar waarschijnlijk de benaming ” geest rijke dranken”. !!! De fransen noemen hun brandewijn trouwens nog steeds “Eau de Vie” (levenswater). Er zijn ook aanwijzingen dat de Chinezen de distilleerkunst al zeer vroeg machtig waren. In oude chinese gechriften en volgens de gegevens verkregen via uitgegraven gebruiksvoorwerpen (waaronder een waterslot) distilleerden de chinezen 2500 jaar geleden reeds alcohol.

  1. Nu weet men wel beter;
  2. !  Alcohol: van het Arabische al = de, hoehl = geest of het fijne;
  3. Ook de Grieken en de Romeinen wisten later uit wijn sterke drank te maken (de eerste Brandewijn of soort Cognac dus;

!). Aan gedistilleerde dranken werden geneeskrachtige en bovennatuurlijke eigenschappen toegedicht. Na het verzwelgen van een grote hoeveelheid “brouwsel” zagen de toenmalige, druiden, alchemisten, tovenaars, heksen, profeten en wonderdokters “schimmen” en hoorden de goden tot hen spreken.

Ook menig Grieks “orakel” ligt hieraan waarschijnlijk ten grondslag. Deze eigenschap bezit alcohol nog altijd. nietwaar ? Ook de Germanen zelf en de Gallirs kenden en beheersten het brouwproces. Door het minder gunstig klimaat bleef bier in deze streken echter de hoofdvogel afschieten.

In Noord-Europa dronk men vanaf de vroege-middeleeuwen een zoet soort bier dat honing bevatte. De consumptie nam sterk toe door de groei van de steden, de vele religieuze feesten en de gewoonte om gepekeld vlees te eten. Na 1400 kwam daar het gebrek aan zuiver drinkwater bij.

  1. Het meeste bier werd in kloosters gebrouwen;
  2. De “geestelijkheid” had eeuwen lang het alleenrecht op het brouwen van “geestrijke” dranken;
  3. De kloosters werden dan ook meestal gebouwd op plaatsen waar zich een waterbron bevond of alwaar zuiver water overvloedig aanwezig was;
See also:  Welke Wijn Bij Gerecht?

Veel later kwamen er pas gewone brouwerijen zoals we die vandaag nog kennen. In de Arabisch-Islamitische wereld werden er, sinds de grote Arabische veroveringen (7 e   eeuw), grote gebieden geislamiseerd. Na de dood van hun “profeet Mohamed” (632), veroverden de Islamitische Arabieren, onder de leiding van de kaliefen Aboe Bahr, Omar en Osman en de Omajjaden de omliggende oude beschavingslanden. Dit gebied strekte zich uit van Noordwest Afrika en Spanje tot Afghanistan, Perzi en India. Het Arabisch, de taal van de koran, werdt de algemeen verplichte literaire taal. Door te verwijzen naar de sjari’a, de islamietische plichtenleer en de traditie (hadith) van de profeet, werdt het gebruik van alcohol sterk aan banden gelegd en soms zelfs geheel verboden (bv.

Saoedi-Arabi). In Saoedi-Arabi berust dit verbod op de wens van de overheid, om het verblijf van de vele pelgims naar Mekka (Ka’ba), kalm en sereen te laten verlopen. Er is echter geen enkele aanwijzing, dat er in de originele en oude islamitische geschriften, een aanduiding of verwijzing staat, die het gebruik van alcohol verbiedt.

De meeste verboden en geboden in de Islam-wereld zijn trouwens ook van veel latere oorsprong en dus zeker niet opgelegd door “de profeet” Mohamed. In de huidige islamitische wereld wordt er echter officieel weinig of nauwelijks gedronken, wel veel “gerookt”. ! Het heden: In de 20e eeuw zien we een enorme vervlakking optreden als gevolg van de twee wereldoorlogen. Tegelijkertijd zorgde de economische recessie voor een sterke daling van de koopkracht. Het gevolg was, dat zowel het aantal soorten bier als het aantal brouwerijen sterk afnam. In de na-oorlogse periode krabbelde de dranken-industrie langzaam uit het dal. Kenmerkend hiervoor waren de horizontale concentraties: veel brouwerijen produceerden naast bier ook mineraalwater en limonades. Tevens bundelden een aantal brouwerijen hun krachten. De opleving was echter maar van korte duur. Het positieve keerpunt in de bier-en drankencultuur ontstond doordat de speciaalbieren aan hun opmars begonnen.

Ook het toerisme naar andere landen leerde velen andere dranken te ontdekken en te appreciren. In het begin ging dat nog erg traag, maar al snel prikkelde het succes van de n, de navolging van de ander. De gevestigde brouwers en stokerijen breidden hun assortiment uit en vele amateurbrouwers en “Moonshiners” besloten van hun hobby hun beroep te maken.

De opkomst van deze kleine brouwerijen en stokerijen heeft geleid tot een grote versterking van de drankenmarkt. Alcoholische dranken zijn door de eeuwen heen een sterke en zelfs onmisbare katalisator geweest voor het ontwikkelen en onderhouden van sociale relaties en het opfleuren van de dagelijkse “sleur” in het leven. SCHOL !!!!

.

Waar komt wijn oorspronkelijk vandaan?

PERSING – Na de pluk worden de druiven gekneusd (geperst) en meestal geheel ontdaan van de steeltjes. In de steeltjes zit veel tannine, waardoor de wijn wrang wordt. Door het kneuzen komen de smaakstoffen die in en onder de schil van de druif zitten vrij.

Het druivensap dat door het kneuzen ontstaat, heet most. Door steeltjes, pitten en schillen een poos in het sap te laten weken, komen er meer zuren en tannine in het sap terecht. Om rode wijn te krijgen weken de schillen 24 uur in de most.

Voor rosé geldt dat de schillen 8 tot 14 uur moeten weken. Hoe langer de schillen van in de most weken, hoe donkerder de rosé van kleur wordt!.

Hoeveel wijnen zijn er op de wereld?

Ik schat zelf dus het aantal verschillende wijnen wereldwijd op 350. 000 soorten. Wat een aantal wijnmarketeers laatste hebben geschat is dat er ongeveer 6. 000 tot 7. 000 wijnmerken per jaar nieuw op de markt komen, met denk ik zeker 10. 000 tot 15. 000 wijnen.

Waar komt de meeste wijn vandaan?

De landen met de meeste wijnproductie – Wijnproductie vindt plaats over de gehele wereld, maar is het meest effectief in de gematigde klimaten. Toch weerhoudt dit veel mensen er niet van om het ook in andere klimaten te proberen. In Zweden en Noorwegen zijn bijvoorbeeld enkele wijngaarden te vinden.

Wist u dat zelfs in de Afrikaanse woestijnen meerdere kleine wijnbrouwerijen zijn? Ondanks de vastberadenheid van deze boeren staat Afrika niet in de volgende ranglijst van ‘s werelds grootste wijnlanden.

Op nummer 1 staat Italië met bijna 55 miljoen hectoliter geproduceerde wijn per jaar. Bijna een derde van de Europese wijnen komt uit Italië. Het klimaat van het land is erg geschikt voor wijnbouw, waardoor overal in het land wijn wordt geproduceerd. De Italiaanse wijnen van Wijnspecialist zijn dan ook afkomstig uit maar liefst 29 verschillende regio’s.

Frankrijk staat met hun wijnproductie van 48,6 miljoen hectoliter op nummer 2. Wat betreft de wijnconsumptie staat dit land ook op de tweede plaats, onder de Verenigde Staten. Wat betreft de omzet van de wijnexport staat Frankrijk echter bovenaan.

De Fransen verdienen dus gemiddeld meer geld aan hun wijnen dan andere landen. Dat is ook niet gek als u de uitstekende kwaliteit ziet van de Franse wijnen van Wijnspecialist. Op de derde plaats staat Spanje. Ondanks deze derde plek hebben de Spanjaarden twee gouden medailles te pakken.

Namelijk die voor de wijnexport en voor meeste wijngaarden ter wereld. China staat wat betreft de export en aantal wijngaarden op de tweede plaats. Dat is niet gek aangezien het land zo enorm groot is. De Verenigde Staten komt op nummer 4 met een wijnproductie van 23,9 miljoen hectoliter per jaar.

Het land staat op nummer 1 als het gaat om wijnconsumptie. Dit wordt als volgt berekend: de landelijke productie + de import – de export. De Amerikanen beweren dat veel wijn bederft of tijdens de productie verloren gaat waardoor ze op nummer 1 staan… Tot slot staat Australië op de vijfde plek met 14,5 miljoen hectoliter.

Wie heeft de wijn uitgevonden?

De geschiedenis van de wijnbouw gaat duizenden jaren terug. Het is een bijzonder rijke geschiedenis. Immers, wijn is van het prille begin af aan nauw verbonden geweest met cultuur in de breedste zin des woords. Met eten en drinken, met religie, met kunst, maar ook met de vormgeving van het landschap.

  • Kortom: wijn is een cultuurhistorisch fenomeen bij uitstek;
  • Na een langzame ontwikkeling gedurende vele eeuwen zal de 19e eeuw plotseling een grote sprong voorwaarts te zien geven op het vlak van kwaliteit;

De parallel met de ontwikkeling van de techniek in diezelfde eeuw is verbluffend. Meer nog dan de 19e is het de tweede helft van de 20e eeuw geweest waarin de wijnbouw wereldwijd een even ingrijpende als adembenemende verandering heeft ondergaan. Als gevolg daarvan zijn er nooit eerder zo veel goede wijnen geproduceerd als juist nu! De geschiedenis van wijn in zevenmijlslaarzen.

Hoe het begon Wijnbouw is naar alle waarschijnlijkheid ontstaan in het Nabije Oosten, in Mesopotamië of in de Kaukasus. In die laatste regio claimt Georgië het oudste wijnland ter wereld te zijn met een wijnbouwtraditie die 7000 jaar teruggaat! De geschiedenis van wijn is begonnen op het moment waarop men ontdekte dat men de vruchten van een wilde kruipplant tot een roesverwekkende drank kon laten vergisten.

Door die wilde plant te veredelen en te geleiden werden de resultaten steeds beter. De wijnbouw begon zich al spoedig te verspreiden over Klein Azië en Griekenland, en, door toedoen van Phoeniciërs en Grieken, langs de kusten van Zwarte en de Middellandse Zee.

  • In de Bijbel wordt wijn op talloze plaatsen vermeld;
  • Bijna altijd gebeurt dat in positieve zin, met als beruchte uitzondering de dronkenschap van Noach;
  • Wellicht de meest tot de verbeelding sprekende vermelding is die in Johannes 2, gewijd aan Jezus’ eerste wonder;

Hij veranderde op de bruiloft te Kana immers water in wijn. En niet zomaar wijn! Romeinse beschavingsdrang Voor de verspreiding van de wijncultuur in het grootste deel van Europa zijn de Romeinen verantwoordelijk geweest. Als bezetters weliswaar, maar toch.

Vrijwel alle klassieke Europese wijngebieden hebben hun ontstaan aan hen te danken, van Bordeaux tot Roemenië en van Catalonië tot de Moezel. Zij waren ook de eersten die bepaalde wijnen met naam en toenaam vermeldden, met als beroemdste de Falerner.

Het ging overigens wel vaak om wijnen die met allerhande middelen ‘op smaak’ gebracht werden. De kennis van de wijnmakers stond in deze tijd namelijk op een laag peil, althans naar de maatstaven van vandaag. Hoe men een wijn op een natuurlijke manier kon conserveren wist men niet.

Toevoeging van honing, kruiden (à la glühwein) of hars (zoals nog altijd in retsina!) bood echter uitkomst. Met dank aan de monniken Na de ondergang van het Romeinse rijk volgde een periode van grote turbulentie, met invallen van Hunnen en volksverhuizingen.

De wijnbouw heeft deze ‘duistere’ periode enkel kunnen overleven dankzij de inspanningen van kloosters. In de christelijke eredienst kon men niet zonder wijn, dus er rustte op de monniken een bijna heilige plicht om de kennis van het wijnmaken te bewaren.

Ze hebben dat tot eind 18e eeuw gedaan! Vanaf de 9e eeuw, toen de wijnliefhebbende keizer Karel de Grote (Charlemagne) het in een groot deel van West Europa voor het zeggen had, kwam de expansie van de wijnbouw goed op gang.

Hij stimuleerde de bouw van nieuwe kloosters en daarmee de verbreiding van de wijnbouw in delen van het huidige Duitsland en Frankrijk. In de Bourgogne bijvoorbeeld, waar een van de beroemdste witte wijngaarden nu zijn naam draagt, Corton-Charlemagne. Weer wat later droeg de opkomst van de steden en de burgerij bij tot een verdere bloei van wijnbouw en wijnhandel.

  1. Mede dankzij een tijdelijke opwarming van het klimaat in Europa bereikte de aanplant van druivenstokken rond 1500 zelfs een recordomvang;
  2. Ter illustratie: in Duitsland was in die tijd drie keer zo veel wijngaard aangeplant als nu! Schepen en flessen Rond 1600 deed zich een interessant verschijnsel voor;

Hollanders en Engelsen gingen zich toen op grote schaal bezighouden met de internationale wijnhandel. En ze gingen in hoge mate bepalen wat voor wijn een streek diende te produceren. Zie de Beneden Loire en Muscadet, zie Cognac, Bergerac, Bordeaux, Port en Jerez.

  • Marktgericht denken in de wijnbouw is van alle tijden;
  • Tot in de 18e eeuw werd alle wijn getransporteerd en bewaard in vaten;
  • De bewaarmogelijkheden waren daardoor uiterst beperkt;
  • Het gebruik van goed afsluitbare flessen zou daar echter verandering in brengen;

Het zal geen verbazing wekken dat die flessen vooral gebruikt werden voor topwijnen. Daartoe behoorden onder meer de wijnen van de huidige Premiers Crus in Bordeaux, met voorop Château Haut-Brion. Flessen werden in die tijd met de mond geblazen. Met één keer uitblazen kon een glasblazer een fles vormen met een inhoud van ongeveer 75 centiliter.

Later zou dit de standaardmaat worden. Ondertussen had men in Midden Europa en in Duitsland ontdekt dat een late oogst in combinatie met edele rotting (botrytis) fantastische zoete wijnen kan opleveren. En in de Champagne ontwikkelde men een procédé om wijn met bruisende belletjes te maken? Tegenslag en vooruitgang De 19e eeuw was voor de wijnbouw de eeuw van de van grote hoogte- en dieptepunten.

Het was de eeuw van de drie grote plagen, oïdium, meeldauw en druifluis, alle afkomstig uit Amerika. Vooral de gevolgen van de druifluis, phylloxera vastatrix, in het laatste kwart van de eeuw, waren zeer ingrijpend. Deze luis tast de wortels zo zeer aan dat de planten sterven.

In heel Europa dreigden wijngaarden voorgoed te verdwijnen bij gebrek aan effectieve bestrijdingsmiddelen. De enige remedie bleek – en is nog steeds – het enten van Europese druivenplanten op resistente Amerikaanse (!) onderstokken.

Als gevolg van de phylloxera veranderde de Europese wijnbouw ingrijpend. Hele gebieden verdwenen, andere werden met nieuwe druivensoorten heraangeplant. Soms met betere, soms met productievere? Ook worden nieuwe gebieden ontwikkeld om de schade te compenseren.

Zie bijvoorbeeld de Languedoc en Algerije. En zie Rioja, waar wijnmakers uit Bordeaux hun toevlucht zochten. De 19e eeuw is ook de eeuw van de techniek en industrialisering. De groei van de steden en de aanleg van spoorwegen veroorzaakten nieuwe behoeften en mogelijkheden.

Wijngebieden die eerder slechts voor eigen behoefte hadden geproduceerd, veranderden door de ontsluiting plotseling in regio’s met nationale betekenis. De Languedoc is in dit opzicht al weer een schoolvoorbeeld. In de 19e eeuw is ook de grondslag gelegd voor de moderne oenologie, de wetenschap van de wijnbereiding.

  1. Dat gebeurde door de Franse geleerde Louis Pasteur;
  2. Van de vele ontdekkingen die hij deed is die van het hoe en waarom van de alcoholische gisting wellicht de belangrijkste;
  3. Herkomst doet er toe Eind 19e begin 20e eeuw groeide het besef dat namen van herkomstgebieden beschermd moesten worden tegen misbruik;

In Frankrijk resulteerde dat in 1935 in de creatie van appellations d’origine contrôlées. Weliswaar waren eeuwen eerder al individuele gebieden als Chianti en de Douro (de portstreek) door regelgeving afgebakend en beschermd, op nationaal vlak had Frankrijk de primeur.

  • Andere landen zouden dit voorbeeld volgen;
  • Het belang van individuele eigenschappen van een wijn is in de loop van de 20e eeuw alleen nog maar groter geworden;
  • Behalve het herkomstgebied werd ook de naam van de producent een indicatie voor de kwaliteit;

Na de Tweede Wereldoorlog ging de individuele, zelf bottelende producent geleidelijk aan de plaats innemen van de handelshuizen die in de regel verschillende basiswijnen, afkomstig van diverse producenten, mengden tot één standaardwijn. Dit betekende automatisch een grotere diversiteit in het aanbod.

  1. De 20e eeuw is, meer nog dan de 19e, de eeuw van de techniek geweest;
  2. Zowel in de wijngaard als in de kelder;
  3. Trefwoorden: rationalisatie, mechanisatie, controle van het totale productieproces;
  4. Zo lang techniek geen doel op zich is, maar dient als ondersteuning van wat de natuur te bieden heeft – het terroir (bodem, klimaat, ligging) – en van de intuïtieve creativiteit van de wijnmaker, dan is dat een goede zaak;

Dankzij beter wijngaardbeheer zijn de opbrengsten fors gestegen. In de kelder hebben het gebruik van roestvrij staal en temperatuurcontrole gezorgd voor een gemiddeld veel hoger kwaliteitsniveau. De Nieuwe Wereld heeft in dit opzicht de Oude de weg gewezen.

  • Opkomst van de Nieuwe Wereld De Nieuwe Wereld is de verzamelnaam voor al die wijnlanden die buiten Europa en het Middellandse Zeegebied liggen;
  • Nieuw is in dit geval nogal betrekkelijk, want tal van landen kennen een wijngeschiedenis die een paar eeuwen oud is;

De introductie van de wijnbouw gebeurde door de Spanjaarden in hun kolonies in Zuid- en Midden-Amerika, door de Nederlanders in Zuid-Afrika, en door de Engelsen in Noord-Amerika en Australië. Maar, ere wie ere toekomt, Fransen, Italianen en Duitsers waren meestal de echte pioniers op het gebied van het daadwerkelijke wijnmaken.

In de tweede helft van de 19e eeuw ontstond er in landen als Australië, Chili en Californië een wijnindustrie met een serieuze omvang. De productie was meestal alleen voor de lokale behoefte en de warmte in sommige landen van invloed op de stijl van de wijnen.

Die waren vaak alcoholisch en zoet. Net als in Europa kende men ook de nodige ups en downs, met als beruchtste voorbeeld de Drooglegging in Amerika. De internationale doorbraak is van recente datum. De opkomst van de Nieuwe Wereld begon pas eind jaren ’70 begin jaren ’80.

  • Daarna is het stormachtig gegaan, en wel met fruitige, soepele wijnen;
  • Door toepassing van technische middelen kon men namelijk wijnen gaan produceren die voldeden aan de internationale smaak;
  • Marktgericht, niet gehinderd door tradities en regels;

Herkomstbenamingen zijn enkel geografisch bepaald, zonder verdere voorschriften met betrekking tot de manier van wijnmaken. Men kan dus naar hartelust experimenteren. In de regel brengen producenten in de Nieuwe Wereld voor de consument makkelijk herkenbare ‘varietalwijnen’, d.

gemaakt van één bepaalde druivensoort. In Europa heeft dit concept inmiddels ook op brede schaal ingang gevonden. Omgekeerd is de meest recente trend buiten Europa er een waarbij de herkomst van de wijn steeds belangrijker wordt.

Of: hoe terroir en techniek elkaar prima aanvullen. Klimaatverandering Zowel in Europa als daarbuiten lijkt de wijnbouw momenteel te maken te krijgen met klimaatverandering, lees: hogere temperaturen. In hoeverre dit een tijdelijk verschijnsel is of een permanent, is nog de vraag.

Hoe maakten de Romeinen wijn?

Wat is de definitie van wijn?

Wijn is een alcoholische drank die ontstaat door het vergisten van het sap van druiven. Het volledige proces van wijnbereiding noemt men vinificatie. Soorten wijn zijn: rode wijn , witte wijn , rosé en mousserende wijnen als champagne en lambrusco. In chemische zin bestaat wijn uit water , suikers , alcohol , resveratrol , quercetine , tannine , en tijdens het bereidingsproces toegevoegde stoffen als sulfiet , koolzuurgas (in mousserende wijn), en hars (in retsina).

Daarnaast bestaan er met wijnalcohol versterkte wijnsoorten, bijvoorbeeld madeira , port , marsala en sherry. Soms worden er kruiden aan deze wijnsoorten toegevoegd, zoals bij vermout. Volgens een Frans decreet uit 1907 moet wijn uit het sap van verse of gedroogde druiven bereid worden.

Wanneer men het sap van andere vruchten dan druiven laat vergisten, heet het product vruchtenwijn. Veel landen waar wijnbouw plaatsheeft classificeren hun wijn middels wetgeving. Hierin wordt een aantal minimumeisen en de verplichting tot vermelding van de herkomst vastgelegd.

Waar komt de meeste wijn vandaan?

De landen met de meeste wijnproductie – Wijnproductie vindt plaats over de gehele wereld, maar is het meest effectief in de gematigde klimaten. Toch weerhoudt dit veel mensen er niet van om het ook in andere klimaten te proberen. In Zweden en Noorwegen zijn bijvoorbeeld enkele wijngaarden te vinden.

  • Wist u dat zelfs in de Afrikaanse woestijnen meerdere kleine wijnbrouwerijen zijn? Ondanks de vastberadenheid van deze boeren staat Afrika niet in de volgende ranglijst van ‘s werelds grootste wijnlanden;

Op nummer 1 staat Italië met bijna 55 miljoen hectoliter geproduceerde wijn per jaar. Bijna een derde van de Europese wijnen komt uit Italië. Het klimaat van het land is erg geschikt voor wijnbouw, waardoor overal in het land wijn wordt geproduceerd. De Italiaanse wijnen van Wijnspecialist zijn dan ook afkomstig uit maar liefst 29 verschillende regio’s.

  1. Frankrijk staat met hun wijnproductie van 48,6 miljoen hectoliter op nummer 2;
  2. Wat betreft de wijnconsumptie staat dit land ook op de tweede plaats, onder de Verenigde Staten;
  3. Wat betreft de omzet van de wijnexport staat Frankrijk echter bovenaan;

De Fransen verdienen dus gemiddeld meer geld aan hun wijnen dan andere landen. Dat is ook niet gek als u de uitstekende kwaliteit ziet van de Franse wijnen van Wijnspecialist. Op de derde plaats staat Spanje. Ondanks deze derde plek hebben de Spanjaarden twee gouden medailles te pakken.

  • Namelijk die voor de wijnexport en voor meeste wijngaarden ter wereld;
  • China staat wat betreft de export en aantal wijngaarden op de tweede plaats;
  • Dat is niet gek aangezien het land zo enorm groot is;
  • De Verenigde Staten komt op nummer 4 met een wijnproductie van 23,9 miljoen hectoliter per jaar;

Het land staat op nummer 1 als het gaat om wijnconsumptie. Dit wordt als volgt berekend: de landelijke productie + de import – de export. De Amerikanen beweren dat veel wijn bederft of tijdens de productie verloren gaat waardoor ze op nummer 1 staan… Tot slot staat Australië op de vijfde plek met 14,5 miljoen hectoliter.

Adblock
detector